Verkleininkjes
We lijken er dol op te zijn, want onze taal
zit er vol mee. We verkleinen dan ook niet alleen om dingen kleiner
te maken, maar ook uit gewoonte (kopje koffie, al of niet
klein), voor de gezelligheid (lekker knusjes, muziekje op,
pilsje erbij) of voor de vertrouwelijkheid (komt u maar,
mevrouwtje).
De spelling van verkleininkjes is dan ook zelden een probleem.
We zeggen en schrijven niet alleen -je, -tje en
-etje maar ook -pje (boompje) en -kje
(koninkje) feilloos zonder er een moment bij stil te staan
dat er een bijzonder complex regeltjessysteem nodig is om het
allemaal uit te leggen.
Als het om het schrijven gaat, duiken er hier en daar echter
toch nog wel een paar gevalletjes op waarbij het fout kan gaan.
Bij een kleine auto, bijvoorbeeld. Want bij verkleiningen
zit het net even anders:
- eindigt een woord op een klinker, dan wordt die voor verkleiningen
verdubbeld ...
... dus, hoewel het meervoud auto's
is, is de verkleinde vorm autootje,
- maar de i wordt verlengd met een e ...
dus bij taxi wordt het taxietje,
- de y wordt 'verlengd' met een apostrof ...
dus baby wordt baby'tje en hobby
wordt hobby'tje.
- en die apostrof gebruiken we ook voor de verkleinvorm van
letters en afkortingen.
Dus, hoewel het A4-formaat (samenstelling met een compleet
woord) is, is het A4'tje(-tje is geen compleet woord,
maar een uitgang).
Wellicht omdat de verkleiningen zo typisch Nederlands zijn, worden
woorden als diner en café ineens heel onbuitenlands: dineetje
en cafeetje.
Tenslotte nog een valkuiltje:
- de verkleinvorm van slee is sleetje en
die van la is laatje,
ondanks slede en lade.