Meervoud
Op deze pagina:
- Basis
- Apostrof
- Trema
- Woorden op -s en -f
- Enkele of dubbele medeklinker
Basis
Zoals zo vaak in het Nederlands hebben we voor de vorming van
het meervoud een eenvoudig principe, maar een rits uitzonderingen
om het onszelf moeilijk te maken.
Het principe is:
- Een -s krijgen de woorden van twee lettergrepen of
meer, die eindigen op -el, -em, -en, -er, of op -a,
-e, -i, -o, -u en -y. Andere woorden krijgen -en.
Maar daar horen een paar opmerkingen bij:
- Let vooral op de woorden op -y: baby-baby's, hobby-hobby's.
Het Nederlands kent hier dus een andere regel dan het Engels.
- Er zijn behoorlijk wat uitzonderingen op deze regel, zonder
dat daar regeltjes voor te geven zijn (Koks, dictees, tralies)
- Sommige woorden krijgen -eren (zoals eieren
en runderen).
- Traditionele beroepen die eindigen op -man krijgen
in het meervoud -lui of -lieden (koopman-kooplieden,
maar noorman-noormannen).
- Bij sommige woorden mag je kiezen (zoals bij aardappels/aardappelen).
- Sommige woorden hebben twee vormen die een verschil in betekenis
aanduiden (zoals bladen en bladeren).
- Bij sommige woorden is er een klinkerwisseling (schip-schepen)
- Bij veel Latijnse woorden gebruiken we het Latijnse meervouden
(chemicus-chemici).
Het lijkt gecompliceerder te worden, maar zij die met het Nederlands
zijn opgegroeid, zullen hier desalniettemin weinig problemen
mee hebben. Voor hen komen de problemen pas bij het schrijven.
Vooral:
- bij het kiezen voor een apostrof,
- bij het gebruiken van een trema,
- bij het kiezen tussen s en z, en tussen
f en v,
- bij gevallen waarin een dubbele medeklinker logisch lijkt,
maar niet correct is.
Daarom daarover meer.
Apostrof
Het meervoud van auto levert een uitspraakprobleem op
als we gewoonweg een -s zouden toevoegen. Immers: in
autos zouden we de o van los uitspreken in plaats
van de o van loos. We zouden dat op kunnen lossen
door twee o's te schrijven, maar dat is nu eenmaal niet de "afspraak".
Terwijl we een kleine auto als autootje spellen,
schrijven we het meervoud als auto's. Maar voor het meervoud
van autootje is een apostrof juist niet nodig: we schrijven
autootjes. We zouden de regel hiervoor zo kunnen formuleren:
- Een apostrof gebruiken we in het meervoud als een klinker
eigenlijk verdubbeld zou moeten worden vanwege de uitspraak.
Bij café hebben we dus geen apostrof nodig, vanwege het
accent en bij essay en bureau hebben we er evenmin
eentje nodig. Maar als we buro willen schrijven (zolang
het nog mag) moeten we er in het meervoud buro's van maken.
Trema
Wanneer een woord op -ie eindigt, eindigt het meervoud doorgaans
op -en. Om uitspraakproblemen te voorkomen schrijven we
daarbij een trema op de laatste e. Soms echter, is die
e de enige, soms zijn er twee. De regel daarvoor is:
Woorden op -s en -f
Veel woorden op een -f krijgen een -v: kloof-kloven,
graaf-graven, dief-dieven. Helaas geldt dit niet voor alle
woorden op een -f (triomf-triomfen). De enige regelmatigheid
die te ontdekken is, is dat (meerlettergrepige) woorden met de
uitgang -oof of -aaf, de f houden.
Dus: fotograaf-fotografen, filosoof-filosofen.
Minstens zo moeilijk is het bij woorden op een -s: sommige
krijgen een -z, maar andere houden de -s (kruis-kruisen
naast kluis-kluizen). Er zit bij twijfel dus niets anders
op dan het woordenboek of het Groene Boekje te gebruiken.
Enkele of dubbele medeklinker
Als een woord eindigt op -ik, -es of -et en als
het accent niet op de laatste lettergreep valt, wordt de medeklinker
niet verdubbeld. Dus: perzik-perziken, dreumes-dreumesen
en lemmet-lemmeten.
Maar let op: verwar de -es niet met -is of -us,
want daarbij wordt de -s wel verdubbeld: vonnis-vonnissen,
krokus-krokussen.