Samenvatten
Samenvatten is het weergeven van de inhoud
van een tekst in verkorte vorm in eigen woorden en wel op zo'n
manier, dat iemand die de oorspronkelijke tekst niet kent zich
een goed beeld van die tekst kan vormen.
In een samenvatting moet
je recht doen aan de uitspraken van de auteur. Je mag dus in een
samenvatting absoluut niet interpreteren.
Voor het gebruik van de
ik- of hij/zij-vorm in de samenvatting worden geen richtlijnen
gegeven. In principe kan er gekozen worden uit drie mogelijkheden.
a) Je kunt in je samenvatting de tekst weergeven in de
vorm waarin die wordt gepresenteerd. Bijvoorbeeld: Ík hoop
dat de school leerlingen eerbied voor mens en natuur zal bijbrengen'.
b) Je kunt in je samenvatting de tekst weergeven vanuit
jouw lezing. Bijvoorbeeld: 'De schrijfster hoopt dat de school
leerlingen eerbied voor mens en natuur zal bijbrengen'.
c) Je samenvatting is een objectief verslag van de gepresenteerde
tekst. Bijvoorbeeld: 'Hopelijk zal de school leerlingen eerbied
voor mens en natuur bijbrengen'.
Hoe ga je te werk?
- Je leest de titel, de
eerste en laatste alinea (bij langere teksten de eerste twee
en laatste twee alinea's) en bepaalt (voorlopig) wat het onderwerp
van de tekst is (waar gaat de tekst over) en wat de auteur daarover
zegt (= hoofdgedachte) Onderwerp en hoofdgedachte zet je op
papier.
- Je leest de hele tekst
door van begin tot eind. Controleer of onderwerp en hoofdgedachte
juist zijn. Zet bij elke alinea een paar woorden die aangeven
waarover die handelt. Kijk of je het aantal alinea's kunt terug
brengen tot geringe proporties. Dit kan wanneer er sprake is
van een opsommend verband (de delen kunnen onder één
noemer terug gebracht worden).
- Lees voor de tweede keer
de gehele tekst door. Onderstreep in de door jou gemaakte alinieëring
de kernzinnen.
- Lees de onderstreepte
kernzinnen over en bepaal of die zinnen een logisch geheel vormen.
Als dat zo is dan zie je een duidelijke samenhang tussen de
door jou onderstreepte zinnen.
- Maak een kladsamenvatting
van de tekst in eigen woorden met behulp van de kernzinnen.
- Schrijf de samenvatting
in het net.
De kernzin
Elke alinea bevat een hoofdgedachte.
Deze moet je proberen kort samen te vatten. Die hoofdgedachte
staat in de kernzin. De kernzin is die zin van de alinea waarin
de belangrijkste informatie staat en waaraan de andere zinnen
van die alinea ondergeschikt zijn. In de kernzin staat meestal
meer globale en algemenere informatie dan in de andere zinnen
van de alinea.
De kernzin is vaak de eerst, de tweede of de laatste zin van de
alinea.
In het begin van de alinea
kan de schrijver ook de structuur daarvan aangeven zodat de lezer
duidelijk wordt wat zal worden behandeld. Zo'n zin kan een aankondiging
zijn (zoals: 'Ik zal nu ingaan op...'), maar ook een onderscheid
aangevende zin (zoals: 'Twee aspecten wil ik hier toelichten').
Zulke structurerende zinnen bevatten weinig inhoudelijke informatie,
maar zij wijzen daarnaar vooruit en kunnen helpen bij het vinden
van de kern van de alinea's.
Omdat het nu eenmaal niet
zo is dat elke schrijver altijd in de eerste, tweede of laatste
zin van de alinea de hoofdgedachte daarvan zet en in de overige
zinnen 'hier maar wat bij vertelt', zul je vaak zelf een kernzin
moeten formuleren.
Vaak is het ook veel praktischer om in eigen woorden de kern van
een alinea weer te geven, omdat formuleringen in de oorspronkelijke
tekst vaak te lang zijn voor een samenvatting.
Verbanden in de tekst
Door de kernzinnen van de
alinea's aan te wijzen of zelf kernzinnen te maken, weet je wat
de hoofdgedachten zijn en heb je eigenlijk een samenvattinkje
van elke alinea gemaakt. Nu moet je de verbanden opsporen tussen
de alinea's waarvan je de kern al hebt gevonden.
De verbanden tussen de kernen van de alinea's moet je duidelijk
in je samenvatting aangeven. Dit doe je met behulp van verbindingswoorden/signaalwoorden.